Astrea / News / Hoofddoekenverbod op het werk: neutraliteit of ...

12-07-2021

Hoofddoekenverbod op het werk: neutraliteit of discriminatie …?

Publications | Rudi Desmet / Jonas Jespers

Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore

Een recent Brussels vonnis over het hoofddoekenverbod heeft heel wat weerklank gekregen in de pers en heeft geleid tot aan aantal politieke discussies. Voor heel wat ondernemingen zal nu opnieuw de vraag rijzen of een neutraliteitsbeleid voortaan nog toegelaten is?

In het vonnis van 3 mei 2021 van de Franstalige arbeidsrechtbank te Brussel werd de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB veroordeeld wegens een (directe) discriminatie op basis van geloofsovertuigingen en van een (indirecte) discriminatie op grond van gender. De MIVB had geweigerd om een vrouw met een hoofddoek in dienst te nemen. Die weigering werd gemotiveerd op basis van neutraliteitsbeleid van de MIVB.

Nochtans is dat vonnis niet de enige rechterlijke uitspraak in deze materie.

Voor een goed begrip moeten we teruggaan naar de originele Europese rechtsbron, met name richtlijn 2000/78/EG, dewelke een algemeen kader voor gelijke behandeling heeft ingevoerd. Deze richtlijn werd omgezet in Belgisch recht o.a. door de antidiscriminatiewet van 10 mei 2007.

Nog niet zo lang geleden deed het Europees Hof van Justitie uitspraak in de zaken Achbita en Bougnaoui (HvJ, 14 maart 2017) over de vraag of een werkgever een vrouwelijke werknemer discrimineert door haar te ontslaan wegens het dragen van een hoofddoek.

Welnu, in tegenstelling tot het Brussels vonnis, oordeelde het Hof van Justitie dat een onderneming wel degelijk in een intern reglement kan bepalen dat werknemers, die met het publiek in contact komen, zich neutraal dienen te kleden en dus geen religieuze, filosofische of politieke symbolen mogen dragen.

De zaak Achbita werd na de uitspraak van het Hof van Justitie verdergezet voor het arbeidshof te Gent. Uit het arrest van 12 oktober 2020 blijkt dat Mevrouw Achbita weigerde zich neer te leggen bij het (ongeschreven) neutraliteitsbeleid dat gold voor alle werknemers van de onderneming. Na een wijziging van het arbeidsreglement werd een formeel neutraliteitsbeleid ingevoerd. Alle werknemers dienden een uniform te dragen en religieuze symbolen waren niet meer toegelaten. Omdat zij weigerde haar hoofddoek niet meer te dragen, werd zij ontslagen met betaling van een opzeggingsvergoeding.

Volgens het arbeidshof te Gent gebeurde er door het hoofddoekenverbod dus geen (indirecte) discriminatie op grond van geloofsovertuiging.

Besluit: De rechtbank weegt en wikt, en beschikt finaal op basis van de concrete elementen van het voorliggende dossier. Maar de voorzichtige werkgever zal – indien gewenst – best tijdig een neutraliteitsbeleid invoeren via het arbeidsreglement.

To be continued…

Aarzel niet ons te contacteren op het e-mailadres rds@astrealaw.be indien u hieromtrent vragen hebt.

Astrea staat u en uw onderneming graag bij met raad en daad.