Astrea / News / Sabotage op zee: hoe veilig is de Belgische Noo...

12-10-2022

Sabotage op zee: hoe veilig is de Belgische Noordzee?

Publications | Ruud De Houwer en Gorik Orbie

Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore

In de laatste week van september werd Europa opgeschrikt door lekken aan de Nordstream 1 en 2-pijpleidingen in de Oostzee (De Standaard 27/09/2022 1). Deze leidingen (tot op heden m.n. Nordstream 1) spelen een vitale rol in de gasbevoorrading van Duitsland en de Europese economie. De ernstige bezorgdheid op alle fronten over het incident, waarbij sabotage vermoed wordt, zet het belang van deze leidingen enkel maar in de verf. Daar de pijpleidingen na maanden van oplopende spanningen met Rusland alsnog gesaboteerd konden worden, rijst de vraag in hoeverre andere kritische infrastructuur veilig is voor dergelijke acties, en dat niet enkel op Europese schaal maar ook in onze eigen maritieme voortuin.

De Belgische Noordzee bevat meer en meer infrastructuur die van cruciaal belang is voor onze economie en energievoorziening. Men denkt in de eerste plaats natuurlijk aan de windmolenparken op zee, maar ook onder water bevindt zich heel wat cruciale infrastructuur (zoals datakabels) die kwetsbaar en het beschermen waard is. De laatste jaren werden verdachte activiteiten waargenomen rond dergelijke datakabels door vreemde mogendheden, niet alleen in onze wateren maar ook in die van de buurlanden (Friesch Dagblad 4/10/2021²). Dit is meer dan verontrustend: enerzijds is er het risico dat communicatie die via deze datakabels verloopt kan afgeluisterd worden, maar bovendien is ook sabotage en het onderbreken van deze communicatie niet uitgesloten. Door de ontwikkeling van onderwaterdrones wordt het des te belangrijker, naast beveiliging boven water, ook onder het wateroppervlak aan monitoring te kunnen doen. Ook infrastructuur die ingezet wordt voor de scheepvaartveiligheid moet operationeel blijven.

Op dit moment is het wettelijk kader hiervoor, dat vervat zit in het Belgisch Scheepvaartwetboek, evenwel ontoereikend. Het huidige beveiligingskader focust zich tot nu toe enkel op de Belgische havens.

Hier komt op 1 januari 2023 echter verandering in. Op 14/07/2022 heeft de wetgever het wetsontwerp tot wijziging van het Belgische Scheepvaartwetboek betreffende de maritieme beveiliging aangenomen. De voornaamste nieuwigheden in deze wet zijn, voor wat betreft veiligheid op zee, onder meer een verdere implementatie en omzetting van de ISPS-Verordening en de Europese Havenbeveiligingsrichtlijn; de uitbreiding van de definitie van “ongeoorloofde actie”; het opnemen in de beveiligingsbeoordeling van de risico’s op inmenging door vreemde mogendheden in het kader van publieke of private samenwerking; standaarden inzake beveiliging; het oprichten van een nieuw elektronisch platform en finaal ook de beveiliging van het Belgisch deel van de Noordzee zelf.

De bepalingen die de beveiliging van de Noordzee wettelijk verankeren worden ingevoegd in het Scheepvaartwetboek in art. 2.5.2.63. en volgende. De wetgever erkent dat alle vaste constructies in de Noordzee een risico lopen en zij moeten volgens dit artikel aan een beveiligingsbeoordeling onderworpen worden. Deze wordt uitgevoerd door de exploitant van de constructie en het Maritiem Informatiekruispunt (MIK). Elke beveiligingsbeoordeling zal minstens om de vijf jaar opnieuw worden uitgevoerd om na te kunnen gaan of er wijzigingen in de veiligheidssituatie bestaan die aanpassingen vereisen. Het is in dit geval opmerkelijk dat dergelijke beveiligingsbeoordelingen, in lijn met de reeds bestaande havenbeveiligingsbeoordelingen, mede opgesteld worden door private partijen, die natuurlijk een economisch belang hebben bij een goed uitgewerkte bescherming van hun infrastructuur.

De Nationale Autoriteit voor Maritieme Beveiliging (NAMB) beslist op basis van de beveiligingsbeoordeling of er al dan niet een beveiligingsplan moet worden opgemaakt, dat eveneens voor vijf jaar geldig is. De NAMB kan in het kader van dit plan onderrichtingen uitschrijven die na bekrachtiging door de Koning dwingend zullen zijn.

Bij de beveiliging van de Noordzee zal ook het zgn. Belgisch Mathematisch Model voor de Noordzee (BMM) opgericht in de schoot van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen een rol spelen. Het vliegend materieel van de BMM dat momenteel al controlevluchten uitvoert boven de zee zal ook ingezet worden om de veiligheid op de Noordzee mede te bewerkstelligen. Ook Defensie krijgt de expliciete bevoegdheid om schepen die de openbare veiligheid bedreigen of waarvan er gegronde vermoedens bestaan dat deze schepen betrokken zijn bij spionage of sabotage, af te leiden naar een Belgische haven voor verder onderzoek.

Het lot dat Nordstream ten deel gevallen is, zou dus vanaf 2023 een aanzienlijk bemoeilijkt moeten worden voor de infrastructuur in de Belgische Noordzee, dit door een verplichte vijfjaarlijkse grondige risicoanalyse en doorgedreven controle door een groot samenwerkingsverband aan instanties. Het is evenwel de vraag of drieste acties zoals deze zich recent hebben voorgedaan niet zullen leiden tot bijkomende Europese initiatieven, waardoor de nieuwe maritieme veiligheidswet die eerstdaags in werking zal treden alweer opnieuw geüpdatet zal moeten worden.

1 Alles wijst op sabotage bij gasexplosies Baltische Zee, maar door wie? | De Standaard

² Russische onderzeeërs snuffelen rond in Noordzee: belangstelling voor datakabels is een 'potentiële dreiging', zegt ministerie van Defensie - Friesch Dagblad

Referentie afbeelding