Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore
De Wet Betalingsachterstand regelt reeds sinds 2002 handelstransacties tussen ondernemingen en heeft als doel uw onderneming te beschermen tegen wanbetaling door (professionele) klanten. Deze wet legde de wettelijke basis voor de interestvoet in B2B-relaties alsook de betalingstermijn indien deze niet conventioneel, zoals via algemene voorwaarden, werd bepaald.Naar aanleiding van haar 20e verjaardag werden er een aantal wijzigingen doorgevoerd die op 1 februari 2022 in werking treden. De reden van deze wetswijziging volgt uit de vaststelling dat ondernemingen nog steeds problemen ondervinden met het innen van hun facturen en met dus het betaalgedrag van hun professionele klanten. Het doel is om het onrechtmatig uitstellen van de betalingstermijn aan banden te leggen.Zo zullen ondernemingen geen betalingstermijn meer mogen overeenkomen die meer dan 60 kalenderdagen bedraagt. Voorheen gold deze beperking enkel indien de schuldeiser een KMO is en de schuldenaar dit niet is, maar nu dient de betalingstermijn aldus in élke B2B-relatie te worden beperkt tot 60 kalenderdagen. Uiteraard kan er contractueel een kortere termijn worden afgesproken.Niet alleen de duur van de betalingstermijn, maar ook de aanvang ervan wordt door de wetgever geviseerd. Als uitgangspunt geldt nog steeds de dag na deze waarop de schuldenaar de betrokken factuur heeft ontvangen. Partijen kunnen dus niet langer de ontvangstdatum van een factuur contractueel bepalen. Daarnaast bepaalt de wet nu dat de verificatietermijn voor de geleverde producten en diensten integraal deel uitmaakt van deze betalingstermijn. De vorige wet voorzag dit niet waardoor een betalingstermijn pas kon starten na aanvaarding of controle van de goederen.Inzake de berekening van de interestvoet en de forfaitaire vergoeding van €40 (indien er geen contractuele schadevergoeding werd bepaald) wijzigt er niets. De wet verduidelijkt wel dat de invorderingskosten het openstaande bedrag “verhoogt”, waar de schuldeiser er voorheen “recht op had”. Zo wordt het automatisch karakter van de interest en de forfaitaire schadevergoeding verder benadrukt, zonder dat dit evenwel praktische implicaties zal hebben voor de schuldeiser.Ten slotte blijft de wettelijke rentevoet voor betalingsachterstand bij handelstransacties tijdens het eerste semester van 2022 op 8%.Heeft u vragen omtrent deze wetswijzigingen of vraagt u zich af of uw algemene voorwaarden nog up to date zijn? Astrea staat u hierin graag bij.