Astrea / News / Imprevisieleer wordt eindelijk erkend in het ve...

29-12-2022

Imprevisieleer wordt eindelijk erkend in het verbintenissenrecht

Publications | Team vastgoedrecht

Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore

Goed nieuws voor aannemers: vanaf 1 januari 2023 kunnen zij hun overeenkomsten die werden bedongen aan een forfaitaire prijs heronderhandelen wanneer zij worden geconfronteerd met onvoorziene omstandigheden, zoals de aanzienlijke stijging van de prijs van materialen of energie.

Op 1 juli 2022 werd de wet van 28 april 2022 houdende boek 5 "Verbintenissen" van het Burgerlijk Wetboek in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd, en deze wet laat in artikel 5.74 de zogenaamde imprevisieleer of “hardship” definitief toe.

Deze nieuwe bepaling houdt kort samengevat in dat het consensualisme in principe de regel blijft, zodat de partijen gebonden zijn door de overeenkomst die ze hebben gesloten. Hier kan slechts van worden afgeweken indien vijf strikte voorwaarden zijn vervuld:

1. een verandering van omstandigheden maakt de uitvoering van het contract buitensporig bezwarend, dermate dat de uitvoering ervan redelijkerwijze niet langer kan worden geëist;

2. die verandering was onvoorzienbaar bij de contractsluiting;

3. die verandering is ontoerekenbaar aan de schuldenaar;

4. de schuldenaar heeft dit risico niet voor zijn rekening genomen; en

5. de wet noch het contract sluiten die mogelijkheid uit.

De contractspartijen kunnen deze innovatieve regeling dus wel contractueel aanpassen of uitsluiten en kunnen onderling bepalen of zij soepeler dan wel geen gebruik hiervan kunnen maken.

Indien de schuldenaar meent zich te kunnen beroepen op de verandering van omstandigheden, moet hij zich eerst wenden tot de schuldeiser en hem verzoeken de overeenkomst te heronderhandelen of te beëindigen. Indien die heronderhandelingen binnen een redelijke termijn mislukken of de schuldeiser weigert hierop in te gaan, kunnen de partijen zich wenden tot de rechter om een vonnis in kort geding te verzoeken. De rechter kan beslissen om de overeenkomst aan te passen of te beëindigen.

Opgelet, een beroep op dit nieuw artikel 5.74 heeft geen schorsende werking, zodat de overeenkomst verder moet worden uitgevoerd tijdens de heronderhandelingen en de gerechtelijke procedure.