Astrea / News / De omzetting van de Mobiliteitsrichtlijn: een u...

06-07-2023

De omzetting van de Mobiliteitsrichtlijn: een uniform rechtskader voor vennootschapsherstructureringen binnen de EU

Publications | Dieter Veestraeten, Annalyne Van De Steene & Lennert Van Impe

Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore

Op vrijdag 16 juni 2023 is de Wet van 25 mei 2023 tot omzetting van de Mobiliteitsrichtlijn (Richtlijn (EU) 2019/2121), die dateert van 27 november 2019, voor het overgrote deel van zijn bepalingen in werking getreden. Met deze richtlijn tracht de Europese wetgever enerzijds de reeds bestaande Europese regels voor grensoverschrijdende fusies te moderniseren, anderzijds ook voor het eerst geharmoniseerde regels aan te nemen voor de grensoverschrijdende splitsing en omzetting, die voordien louter werden beheerst door de principes van het vrije vestigingsrecht.

De grote verdienste van de Mobiliteitsrichtlijn is dan ook dat zij een globaal kader biedt waarbinnen grensoverschrijdende herstructureringen binnen de EU kunnen plaatsvinden. In die zin heeft de Belgische wetgever een en ander gewijzigd aan de bestaande herstructureringsprocedures in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (het WVV), en meer bepaald de procedures voor de (grensoverschrijdende) fusie, splitsing én omzetting.

De Mobiliteitsrichtlijn heeft de Belgische wetgever er dan ook toe aangezet enerzijds bijkomende bescherming in het belang van schuldeisers en minderheidsaandeelhouders, die op EU-niveau werden ontwikkeld, in het Belgische recht te incorporeren, anderzijds ook haar bestaande rechtskader en procedures te stroomlijnen.

i. Drie nieuwe vormen van (grensoverschrijdende) herstructurering

De Belgische wetgever heeft, in navolging van de Europese wetgever, drie nieuwe herstructureringsvormen geïntroduceerd in Boek 12 van het WVV, zijnde de disproportionele partiële splitsing (artikel 12:8, 1° WVV), de vereenvoudigde zusterfusie (artikel 12:7, 2° WVV) en de grensoverschrijdende splitsing door scheiding (artikel 12:8, 3° WVV). Deze nieuwe met de fusie dan wel met de splitsing gelijkgestelde herstructureringsvormen creëren meer flexibiliteit in de transactiepraktijk.

Zo zullen nu ook zustervennootschappen, waarvan de aandelen al dan niet rechtstreeks geheel in handen zijn van een en dezelfde moedervennootschap, dan wel waarvan de aandelen elk in eenzelfde verhouding in handen zijn van verschillende aandeelhouders, langsheen een vereenvoudigde procedure kunnen fusioneren.

ii. Verplichte kennisgeving aan betrokken stakeholders bij grensoverschrijdende verrichtingen

De Belgische wetgever heeft bij de omzetting van de Mobiliteitsrichtlijn voor alle grensoverschrijdende herstructureringsvormen een strengere informatieverplichting geïntroduceerd. Zodoende zullen de bestuursorganen van de bij de verrichting betrokken vennootschappen, in hun gezamenlijk herstructureringsvoorstel, eveneens dienen te vermelden (i) welke waarborgen geboden worden aan de schuldeisers na herstructurering, (ii) welke en hoeveel subsidies er gedurende 5 jaar voorafgaand aan de verrichting werden uitgekeerd en (iii) hoeveel de vergoeding zal bedragen voor de aandeelhouders die gebruik maken van hun nieuw gecreëerde uittredingsrecht (zie verder).

In het opzet verschillende stakeholders, waaronder schuldeisers en werknemers, beter te informeren over de beoogde grensoverschrijdende herstructurering, wordt daarnaast ook een verplichte kennisgeving van de beoogde herstructurering ingevoerd, zowel aan de houders van aandelen en winstbewijzen, aan de schuldeisers, alsook aan (de vertegenwoordigers van) de werknemers van de betrokken vennootschappen. De doelstelling van dergelijke verplichte kennisgeving is net om de betrokken stakeholders in staat te stellen hun opmerkingen te formuleren ten aanzien van de boogde herstructurering en de respectieve bestuursorganen ertoe aan te zetten hun belangen mede in overweging te nemen.

Het bewijs van deze formele kennisgeving dient bovendien gelijktijdig met het voorstel te worden neergelegd op de griffie van de ondernemingsrechtbank en moet worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De nieuwe wetgeving maakt het mogelijk om beide documenten ook te publiceren op de vennootschapswebsite.

iii. Schuldeisersbescherming als een pre-closing verplichting

Een grensoverschrijdende herstructurering brengt vanzelfsprekend risico’s met zich mee voor de schuldeisers van de betrokken vennootschappen; zij zien eventueel hun onderpand (ten dele) verdwijnen of worden geconfronteerd met een minder solvabele vennootschap-schuldenaar bij afloop van het herstructureringsproces. Daar waar de vraag naar schuldeisersbescherming zich voordien stelde nadat de procedure geheel werd doorlopen, is een afdoende bescherming van schuldeisersbelangen nu een procedurele voorwaarde vooraleer een grensoverschrijdende herstructurering überhaupt kan plaatsvinden. Zodoende beschikken schuldeisers over een termijn van 3 maanden, te rekenen vanaf de bekendmaking van het herstructureringsvoorstel, waarbinnen zij om bijkomende zekerheden van de vennootschap kunnen verzoeken, op voorwaarde dat hun schuldvordering weliswaar vaststaand is, ongeacht of deze al dan niet opeisbaar is.

Een bijkomend toezicht op deze schuldeisersbescherming wordt geboden door de notaris, die het vereiste attest in kader van de herstructurering pas zal afleveren indien de zekerheden, waar succesvol om werd verzocht, ook daadwerkelijk door de schuldeisers werden verkregen.

Indien de vennootschap geen of niet alle verzochte zekerheden wenst te verstrekken aan de verzoekende schuldeiser, dan kan de schuldeiser zich wenden tot de voorzitter van de ondernemingsrechtbank. In dat geval zal de voorzitter bepalen in hoeverre bijkomende zekerheden dienen te worden verstrekt in het licht van de reeds verstrekte zekerheden en/of de solvabiliteit van de vennootschap.

iv. Participatierechten van werknemers gegarandeerd

Ook op vlak van zeggenschap van werknemers in het bestuur van een vennootschap heeft de Mobiliteitsrichtlijn ervoor gezorgd dat een grensoverschrijdende herstructurering een zo min mogelijke impact heeft op hun rechten. Er geldt dan ook een standstill-verplichting; indien werknemers bepaalde participatierechten kennen in de verdwijnende vennootschap, bv. in kader van een fusie, zal eenzelfde participatieniveau eveneens dienen te worden gewaarborgd in de nieuwe of overblijvende vennootschap. Voormeld principe is in het Belgische recht geregeld in CAO no. 94/1.

v. Een minderheidsaandeelhouder kan nu altijd uittreden

De verstevigde positie van de minderheidsaandeelhouders vormt misschien wel de grootste vernieuwing. Het recht om naar aanleiding van een herstructurering lastens het vennootschapsvermogen uit te treden uit de vennootschap wordt nu ook wettelijk verankerd. Dergelijk uittrederecht zal slechts van toepassing zijn indien de uit de herstructurering ontstane vennootschap een buitenlandse vennootschap betreft. Herstructureringen die slechts een binnenlands karakter hebben, vallen buiten het toepassingsgebied van het wettelijk uittrederecht.

De Belgische wetgever heeft de uitoefening van dergelijk uittrederecht onderworpen aan de nodige procedurele beperkingen, dit in tegenstelling tot de Europese wetgever die meer flexibiliteit toeliet. Zo zal de aandeelhouder die wenst uit te treden, diens intentie daartoe kenbaar moeten maken vooraleer de algemene vergadering beslist over de beoogde herstructurering. Op die manier kan het bestuursorgaan van de vennootschap een inschatting maken welke impact dit zal hebben op het vennootschapsvermogen. In tweede instantie, en een absolute voorwaarde om van het uittrederecht te kunnen genieten, zal de uittredende aandeelhouder aanwezig dienen te zijn op de algemene vergadering die over het herstructureringsvoorstel zal stemmen; aldaar moet de uittredende aandeelhouder nadrukkelijk tegen stemmen én diens intentie tot uittreden nogmaals formeel laten notuleren.

Tot slot is het meldenswaardig dat een uittredende aandeelhouder die zich verzet tegen de herstructurering op de algemene vergadering, maar tezelfdertijd niet akkoord gaat met de waarde van het scheidingsaandeel, een procedure voor de voorzitter van de ondernemingsrechtbank zoals in kortgeding kan opstarten met als doel de waarde van het scheidingsaandeel te bepalen.

vi. Uniforme meerderheidsvereisten voor alle herstructureringsvormen

Ongeacht of de herstructurering plaatsvindt binnen een grensoverschrijdende dan wel binnenlandse context, heeft de Belgische wetgever ervoor geopteerd om de meerderheidsvereiste voor de goedkeuring van het herstructureringsvoorstel binnen de algemene vergadering voor alle vormen van herstructurering gelijk te schakelen. Deze meerderheid bedraagt drie vierde van de uitgebrachte stemmen. De Belgische wetgever creëert hier dan ook bewust de nodige uniformiteit in de procedure, hoewel de Mobiliteitsrichtlijn zulks niet vereist.

Een tweede vernieuwing is dat nu alle aandeelhouders, ook zij die aandelen bezitten zonder stemrecht, in kader van de stemming over het herstructureringsvoorstel (ongeacht de herstructureringsvorm) toch over één stem per aandeel zullen beschikken. Hetzelfde geldt ook voor houders van winstbewijzen.

Conclusie

Hoewel het Belgisch vennootschapsrecht al een rechtskader kende waarbinnen zowel de grensoverschrijdende fusie, splitsing als de grensoverschrijdende omzetting konden plaatsvinden, is de Europese wetgever er vooralsnog in geslaagd het Belgisch rechtskader te vervolledigen en te uniformiseren. Tezelfdertijd zijn de procedures voor de verschillende herstructureringsvormen dankzij de Mobiliteitsrichtlijn ook formalistischer geworden, daar de Europese wetgever middels procedurele ingrepen de belangen van betrokken schuldeisers en minderheidsaandeelhouders uitgebreid heeft willen beschermen.

Vanuit een Belgisch perspectief vormt de Mobiliteitsrichtlijn dan ook (slechts) een – niettemin noodzakelijke – verdere uitdieping van het bestaande rechtskader. Vanuit een breder Europees perspectief zullen grensoverschrijdende herstructureringen, dankzij deze harmonisatie op EU-niveau, in de toekomst vlotter én vooral met de nodige rechtszekerheid kunnen plaatsvinden.

Mocht u met betrekking tot vennootschapsherstructureringen verder advies wensen, aarzel dan niet om ons te contacteren.