Lorem ipsum dolor sit amet,
consetetur sadipscing elitr,
sed diam nonumy eirmod
tempor invidunt ut labore et
dolore
Met een besluit van 10 januari 2024 stelt de Vlaamse Regering vast hoe men als aanvrager kan aantonen dat een voorgenomen activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) kan veroorzaken. Dit besluit treedt op 24 februari 2024 in werking en geldt voor vergunningsaanvragen of meldingen ingediend vanaf deze datum.
In het verleden ging men in de rechtspraak ervan uit dat schade, zoals bedoeld in de VEN-toets, geen minimale ernst of schadedrempel vereist. Elke vorm van schade aan de natuur diende bijgevolg in aanmerking te worden genomen. In de praktijk zorgde dit voor heel wat discussies vermits indirecte effecten op een ecologisch netwerk nu eenmaal moeilijk begroot kunnen worden.
Nu wordt een einde gesteld aan deze onzekerheid door te voorzien in richtlijnen voor de beoordeling van schade aan een VEN-gebied, de herstelbaarheid ervan en de informatie die in een VEN-toets moet worden opgenomen.
Het besluit verduidelijk dat schade elke aantasting van de actueel aanwezige natuur betreft. In een VEN-toets moet men aantonen dat de voorgenomen activiteit ofwel geen schade veroorzaakt ofwel dat deze herstelbaar is.
Bij de beoordeling van de schade kan de aanvrager rekening houden met maatregelen die functioneel verbonden zijn aan de uitvoering van zijn activiteit en waarmee wordt beoogd om schadelijke gevolgen te voorkomen of te verminderen. Te denken valt aan een geluidscherm of een stilstand-systeem voor windturbines.
Daarnaast kan ook rekening worden gehouden met maatregelen die zijn opgenomen in bestaande plannen of programma’s die betrekking hebben op het natuurbehoud. De effecten van uitgevoerde of in uitvoering zijnde maatregelen vervat in deze plannen of programma’s kunnen een milderend effect hebben zodat geen sprake is van schade of minstens dat zij herstelbaar is. De Vlaamse Regering verwijst bijvoorbeeld naar richtlijnplannen, natuurbeheerplannen en soortenbeschermingsplannen.
Als blijkt dat het aangevraagde schade veroorzaakt, kan men aantonen dat deze herstelbaar is. Het besluit verduidelijkt dat schade herstelbaar is wanneer het mogelijk is om op de plaats van de beschadiging een kwantitatief en kwalitatief gelijkaardige habitat of leefgebied te creëren als hetgeen voor de beschadiging aanwezig was. Dit moet zo snel mogelijk gebeuren.
Spontaan herstel kan in aanmerking worden genomen door de aanvrager indien hij op gemotiveerde wijze kan aantonen dat het herstel zich daadwerkelijk zal voordoen. Daarenboven kan herstel ook gebeuren door de uitvoering van fysieke ingrepen of natuurbeheermaatregelen door de aanvragers of derden.
Tot slot bevat het besluit een lijst van welke informatie minimaal in een VEN-toets opgenomen moet worden.
Met deze richtlijnen wordt het voor aanvragers eenvoudiger om aan te tonen dat een voorgenomen activiteit geen onvermijdbare en onherstelbare schade aan de natuur in het Vlaams Ecologisch Netwerk kan veroorzaken.
Voor verdere vragen of bijstand kan u steeds terecht bij het team
omgevingsrecht van Astrea.